‘We doen het samen, maar de hoofdrol is voor de cliënt’
Sandra Bluemink werkte de afgelopen vijfentwintig jaar op diverse locaties van GGNet met verschillende doelgroepen. Toen ze merkte dat de specialistische ggz haar te veel onder de huid kroop, maakte zij met haar enorme koffer vol vakkennis en -ervaring de overstap naar Bas in Zevenaar. ‘Maar ik weet niet alles, ik blijf leren.’
“Al in het eerste jaar van mijn hbo-v-opleiding maakte ik kennis met de psychiatrie. Wat is het brein toch fascinerend, dacht ik toen. In combinatie met een hulpverlenershart was mijn keuze voor de ggz snel gemaakt. En ik vind mijn vak nog altijd mooi en interessant.
Bij Bas doen we het samen, maar ligt de verantwoordelijkheid bij de cliënt. Dat vind ik prettig, na al die jaren in de sggz waarin ik mijn cliënten juist altijd veel uit handen nam. Het voeren van gesprekken vormt de kern van mijn werk. Ik praat met cliënten en luister naar hun verhaal. We hebben het bijvoorbeeld over hoe zij structuur in hun leven kunnen aanbrengen, over het belang van je grenzen kennen en kunnen aangeven, over emoties en hoe daarmee op een gezonde manier om te gaan.”
Geen mens hetzelfde
“Mijn cliënten bij Bas zijn kortdurend in behandeling of kampen met chronische psychische problemen, maar zijn wel stabiel. Waar ik met hen naartoe werk, is dat zij weer zelfstandig kunnen deelnemen aan het leven, weer zonder ggz de wereld in kunnen. Ik doe handreikingen, geef advies en samen vogelen we uit hoe zij hun belemmerende gewoonten en denkpatronen kunnen doorbreken.
In de afgelopen 25 jaar heb ik veel cliënten gezien en behandeld. Mijn ervaring is groot, net als mijn intuïtie, maar ik begin met elke nieuwe cliënt helemaal bij het begin. Want ook al hebben twee mensen dezelfde diagnose en zie ik parallellen tussen beiden, ieder heeft een eigen verhaal. Geen mens is hetzelfde.”
Opgebloeid
“Bas-cliënten hebben gemiddeld voldoende aan acht sessies. Maar er zijn uiteraard uitzonderingen; soms komt het duveltje pas na de intake uit het doosje of duurt het een tijd voordat iemand zich openstelt. Zo behandelde ik een tijd terug een vrouw die erg somber was, met moeite haar bed uit kwam en geen perspectief zag. Met haar heb ik een jaar gewerkt; in eerste instantie om haar uit bed te krijgen, vervolgens om haar weer af te remmen, omdat ze veel te veel hooi op haar vork nam. Toen we eenmaal de balans gevonden hadden, kon ze vervolgstappen zetten. En nu heeft ze een nieuwe baan, op een plek waar ze zichzelf mag zijn en niet naar de verwachtingen van anderen hoeft te leven – want dat laatste speelde haar parten. Ze is helemaal opgebloeid, dat is zó mooi.”
Blijven leren
“Ik ben dan een ouwe rot in het vak, ik weet echt niet alles. Dat zeg ik mijn cliënten ook geregeld. Je kunt vertrouwen op mijn professionaliteit, maar ik ben ook maar een mens, ik heb niet alle antwoorden.
Ik geloof heel erg in werken aan herstel met de focus op mogelijkheden en kwaliteiten. Zo leid ik een herstelgroep waar cliënten elkaar hun verhaal vertellen, over hoe zij bepaalde hordes nemen en overwinninkjes boeken op verschillende levensgebieden. De dynamiek tussen cliënten met chronische klachten en cliënten die nog niet zo lang in behandeling zijn pakt ook heel goed uit. Iemand met veel ervaringskennis kan een relatieve ‘nieuwkomer’ leren over acceptatie en andersom kan de chronische patiënt via die ander kennismaken met nieuwe strategieën om met bepaalde uitdagingen om te gaan. Zoals ik al zei, we doen het samen. Maar de hoofdrol is voor de cliënt.”